Dit weekend moesten we de vlinders tellen.
Paar dagen geleden dacht ik nog: valt er wel wat te tellen.
Bijen, hommels en vlinders lieten zich helemaal niet zien.
Te nat, te koud daarna te droog en te warm.
Maar ineens kwam de natuur tot leven.
En kwamen er vlindersoorten die zich nooit eerder in de tuin lieten zien.
De gehakkelde aurelia.
De distelvlinder.
Nadat de appelbomen waren veranderd in een plaatje uit een griezelboek dacht ik dat we alleen de spinselmot zouden gaan tellen.
Maar daar was ineens de Gamma-uil.
Tientallen vliegen er door de tuin.
Gelukkig viel er nog meer te tellen.
De Kolibrie vlinder.
De Kleine vos.
De citroenvlinder.
De Atalanta.
Klein koolwitje.
Dagpauwoog.
Nu valt er niet veel meer te tellen.
Een flinke bui hadden we net met 15 mm in de regenmeter.
We zitten weer binnen.
Wel jammer, want tot laat buiten zitten verveelt niet.
Gisteravond was zelfs onze egel vroeg wakker.
Normaal komt ze na tienen.
Had haar eten nog niet eens klaar gezet.
Maar ze was niet bang en bleef rustig zitten wachten terwijl ik haar haar eten gaf.
Zal het vandaag wat vroeger voor haar neerzetten...